|
Matig gesorteerde kalkrijke zandsteen met talrijke carbonaatrijke allochems OF zeer zandige pseudo-oölitische packstone. |
|
Crèche 3/1 (slijpplaatje n°10)
Hybriede zandsteen. Matig gesorteerde kalkrijke zandsteen met talrijke carbonaatrijke allochems OF zeer zandige pseudo-oölitische packstone. Allochems: bioklasten, kleine intraklasten, langwerpige superficial ooids, cortoids, ooids met zandkorrels als kern, gemicritiseerde bioklasten, intraklasten. Bioklasten zelf bestaan uit schelpfragmenten, resten van echinodermen, gastropoden; frequent met gemicritiseerde randen = evolutie naar cortoids.
Kleine intraklasten van zandige oöspariet.
Zandkorrels bestaan uit mono- en polykristallijn kwarts, zandsteenfragmenten.
Karakteristiek poikilotopisch calcietcement, lokaal microsparietisch.
Grootte bioklasten: 4 tot 5 mm; zandkorrels: 20-480 micron; cortoïden tot 2mm; intraklasten tot 1 mm. |
|
Crèche 3/2 (slijpplaatje n° 7)
Grofkorrelige zandige kalksteen met gemicritiseerde bioklasten (dikke pelecypoden, gastropoden, crinoïden), cortoïden, peloïden. Microspariet als matrix/cement. Syntaxiaal cement rond crinoïdenresten. Subhoekige tot afgeronde kwartskorrels (diameter 80-600 micron) van mono- en polykristallijn kwarts, zandsteen, kwartsiet en chert.
Ook surperficial ooids aanwezig: kwartskorrels met calcietcortex. Bioklasten: fragmenten van pelecypoden (tot 4mm lang), zeldzame ostracoden, volledig gerekristaliseerde schelpfragmenten, gastropoden. Pyrietframboïden in bioklasten.
Zandkorrels bestaan uit mono- en polykristallijn kwarts, kwartsiet en chert. Grootte: 80-450 micron. Cement bestaat uit microspariet en aciculair calcietcement rond allochems. Beige kleur allicht door oxydatie van framboïdaal pyriet.
lengte. Zandkorrels (kwarts) 80-400 micron. |